Aandeel loontrekkenden

Het aandeel loontrekkenden is de verhouding van het aantal loontrekkenden tot de totale werkende bevolking.

Een werknemer is "loontrekkend" wanneer hij werkt binnen de context van een (impliciete of expliciete) a-rbeidsovereenkomst die hem recht geeft op een basisvergoeding die los staat van de inkomsten van de onderneming waarvoor hij werkt. Ook ambtenaren worden beschouwd als loontrekkenden.

De "werkende bevolking" omvat alle personen met een betrekking.

Binnen België is 84% van alle werkenden loontrekkend. Datzelfde percentage geldt ook voor Vlaanderen (84%). In Wallonië ligt het cijfer net iets hoger, terwijl het in het Brussel Hoofdstedelijk Gewest iets lager ligt (82%).

Het aandeel loontrekkenden is beduidend groter binnen de zone bestaande uit de provincies Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, het noorden van de provincies Luik en Namen en de provincie Henegouwen, met uitzondering van de provincie Waals-Brabant. Verder kent ook het zuiden van de provincie Luxemburg, dat vlakbij het Groothertogdom Luxemburg ligt, een groot aandeel loontrekkenden.

Omgekeerd vinden we voor Vlaanderen de laagste cijfers in de provincie West-Vlaanderen (81%), en dan vooral in het arrondissement Veurne (75%). In Wallonië vinden we het kleinste aandeel loontrekkenden in de provincie Waals-Brabant (80%).

Merk op dat de percentages voor het aandeel zelfstandigen en loontrekkenden niet sommeren tot 100, doordat personen met het statuut van 'helper' als een afzonderlijke categorie beschouwd worden.