Gemiddelde huishoudgrootte

De gemiddelde grootte van de particuliere huishoudens binnen elke gemeente wordt berekend als de verhouding tussen het aantal inwoners en het aantal huishoudens in de gemeente.

Een "particulier huishouden" wordt als volgt gedefinieerd:
- Een persoon die alleen woont, of
- meerdere personen die samenwonen en te samen voorzien in hun levensonderhoud

De "institutionele huishoudens" (rusthuizen, gevangenissen, religieuze instellingen) komen niet in aanmerking.

Een huishouden in België telt gemiddeld 2,3 personen. In Vlaanderen en Wallonië is dat cijfer praktisch hetzelfde. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest echter is de grootte van het gemiddeld huishouden lager.

Op gemeentelijk niveau schommelt het gemiddelde aantal personen per huishouden 1,7 en 2,8. Het gemiddelde ligt het laagst in de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Elsene, Sint-Gillis en Brussel-stad laten zelfs waarden onder 2 optekenen. Over het algemeen hebben de steden, zoals Leuven, Gent, Antwerpen en de steden op de as Samber en Maas, de laagste cijfers. Ook de gemeenten aan de kust vallen op door de gemiddeld kleine huishoudens.